Matthieu was een agressieve klootzak, maar had ook wel goede kanten. Zo paste hij een tijd op de hond van een kennis die een tijdje de bak in moest. En dat was best bijzonder, want het was nou niet bepaald formaat schoothondje, al wilde het dier best wel graag op schoot. De Deen was een Deense dog in wit met zwarte vlekken, een soort huiskoe dus eigenlijk. Het was niet meer de jongste, en hij was super lief.
Toen ik bij Matthieu introk hadden we ook net twee kittens gekregen, en die speelden met veel plezier op De Deen: ze klommen op zijn rug, zijn kop, en sliepen rustig tussen zijn voorpoten als hij op de vloer lag - wat voor De Deen vrij lastig was, want die viel dan van de gezelligheid mee in slaap, maar moest dan zijn uiterste best doen om zijn kop niet neer te leggen op de katjes.
We hadden een groot stuk jaren-zeventig vitrage opgehangen in het midden van de ruimte, en we konden de katjes daar dan in 'werpen', dan klommen ze naar boven en buitelden als kleine piraatjes in het want naar beneden, het was echt überschattig allemaal. En dat vond De Deen ook, en die wilde dan natuurlijk meedoen, dus binnen de kortste keren hing hij met zijn grote poten in het gordijn, dat met katjes en al naar beneden donderde. Het spel ging ten onder aan het eigen succes.
Zijn eigen speelgoed en bezighedenspullen was ook al zo bizar: heeft een hond normaal gesproken een stuk rugwervelbot om op te knagen, De Deen had gewoon een heel schouderblad tot zijn beschikking... wtf.
De Deen was dus een schat, maar hij had ook wel wat ouderdomsdingen, zoals waarschijnlijk zag hij niet meer zo goed in het donker. Dus was hij wat angstig, of in ieder geval extra alert. Hem 's avonds uitlaten had altijd wel wat stoers: hij bleef dan keurig netjes en strak naast me lopen, en bij onraad zag hij er waarschijnlijk indrukwekkend uit - niemand die me lastig viel.
Luisteren was niet echt zijn ding, vooral als er eten in de buurt was. En zie de huiskoe dan maar in bedwang te houden: mij lukte dat niet. Zo galoppeerde hij eens achter een paar businessmen aan, die hun bammetjes liepen te eten in de buurt. De mannen schrokken zich een ongeluk, en wierpen De Deen hun boterhammen toe. Ik ergens in de verte, roepende dat ze dat niet moesten doen, maar ja... angst is een slechte raadgever, zegt men. Niet voor De Deen toch.
Ik herinner me nog een kind dat hem van schrik zijn ijsje toe wierp. Terwijl De Deen toch heel braaf voor hem was gaan zitten. Okee, hij kwijlde, dat is vast goor als je net aan je ijsco likt. "Hij doet niets hoor!" Ik zal het vast ook wel eens geroepen hebben, als hij weer was losgebroken.
Hij deed echt veel raardere dingen ook.
Zo liepen we een keer met hem over de markt, Matthieu vond dat hij beter los kon lopen - ik had daar zo mijn twijfels over op zo'n overvloedig eetwarenterrein. Bij de kramen was het redelijk druk, ik kocht wat sinaasappelen en keek om me heen waar De Deen was gebleven.
Laat ik het zo zeggen: het was goed dat de man in kwestie een lange regenjas droeg. Tegelijkertijd was dat waarschijnlijk ook meteen de reden, dat De Deen had gedacht, dat daar wel tegenaan geplast kon worden. Ja, je leest het goed: De Deen stond tegen de achterkant van een man te plassen, nou ja, tegen diens regenjas dus. En de man had niets door. Snel trokken we De Deen weg, maar het leed was al geleden, en we moesten vreselijk lachen. Het was echt zo erg! Ik vraag me af, op welk moment de man erachter is gekomen. Bij thuiskomst, neem ik aan?
Op een avond zaten we rustig wat muziek te luisteren, de dieren sliepen, tot beneden in het grote kraakpand waar we woonden, gekrakeel was bij de voordeur. Een bozige mannenstem, een vrouw die riep dat hij niet zomaar naar binnen kon en snelle voetstappen op de trap naar onze kamer. De Deen stond meteen rechtop, en keek naar de deur. Er was daar nog een andere kamer, en wij (of misschien alleen ik) verwachtten dat de voetstappen daarheen leidden, maar nee. Eén harde klop op de deur, die meteen ook werd opengegooid, en daar stond een man - één seconde.
De Deen rende naar hem toe, en in plaats van dat de man de deur weer dicht deed, liet hij die open en rende de trap af. Met De Deen achter zich aan. Gelukkig was Matthieu snel genoeg, en lukte het hem de hond terug te halen, de man was naar buiten gevlucht en weg. Ik had geen idee wie het was. Waarschijnlijk een ander louche vriendje van Matthieu? Daar had hij er wel meer van, tenslotte.
Zo was er Francois, een stevige witte man met lang donker haar - in deze tijd zou je hem waarschijnlijk als nerdy metalfan typeren. Hij kwam uit Parijs, met zijn vriendin, een leuke, veel jongere vrouw, ongeveer mijn leeftijd - meisjes waren we eigenlijk nog - en ik vond haar meteen leuk. Emma, heette ze, ze was wat schichtig - waarschijnlijk herkenden we veel in elkaar, ik denk dat ik net zo schichtig was.
Matthieu was in een soort duister drugsdealtje verwikkeld, en Francois zou een kilo van het één of ander kopen, om dat vervolgens in Parijs uit te venten. Het plan was, dat Francois naar De Kluis zou gaan, een daadwerkelijke kluis in een ander kraakpand, waar de stuff werd bewaard en verkocht. Het was allemaal heel schimmig, maar vooral ook heel knullig. Ik weet nu niet meer wat er precies was afgesproken, qua geld en zo. Ik denk dat Francois bang was, dat hij zou worden beroofd. Waarom Matthieu de Agressieveling Ten Top niet mee ging om hem dan te beschermen, geen idee, ik weet het gewoon niet meer. Maar ze hadden bedacht, dat De Deen Francois zou begeleiden. Het idee was, dat niemand hem dan ook maar een haarbreed in de weg zou leggen.
Zo'n deal moet dan om mij compleet onduidelijke redenen in het donker plaatsvinden - het lijkt me, dat zoiets in een uitgestorven stad juist meer opvalt, maar goed, zij leken te weten wat ze deden, en daar vertrok Francois met De Deen. Emma en ik bleven thuis, van Matthieu weet ik niet meer waar die uithing.
Wat er precies gebeurd is, weet ik niet.
Circa een half uur later was Francois nog steeds niet terug, en dat was wel vreemd, De Kluis was niet zo ver weg. Matthieu was inmiddels terug, en we besloten buiten te gaan kijken. We liepen een eindje richting de plek van de deal, en opeens zagen we De Deen aan komen, volop in galop, de korte riem klapperend rond zijn nek. Hij was zó in paniek, dat-ie ons eerst niet eens zag, maar toen we riepen en naar hem toe renden herkende hij ons gelukkig weer, en we konden hem kalmeren. Ik nam hem mee naar huis, Matthieu ging op zoek naar Francois.
Weer een half uur later was ook Francois gevonden.
Wat bleek: Francois was een beetje para geworden - tip: niet blowen vóórdat je een drugsdeal doet. Hij was bang dat hij geript zou gaan worden, en besloot hem te peren. De Deen was daardoor in paniek geraakt en had zich losgerukt, en beiden waren een andere kant op gerend.
Uiteindelijk is de deal wel doorgegaan, een dag later. So far, so good, alleen het allerergste moest nog komen, en hier houdt de slapstick dan ook op.
De stuff moest over de grens gebracht, en wie had onze fijne Francois daarvoor bedacht? Emma, natuurlijk. Zij moest per trein met de stuff ergens heel erg amateuristisch opgeborgen terug naar Parijs. Francois zou wat langer blijven, en dan ook per trein terugreizen. Ik vond het echt heel kut dat Emma dit moest doen. Je zou kunnen zeggen: ze had dit toch kunnen weigeren. Ik weet het niet, of dat wel kon. Gezien mijn eigen situatie kon ik haar niet helpen, en zij mij niet - ik denk dat we ongeveer in dezelfde schuitjes zaten.
Ik heb haar nooit meer terug gezien.
Terwijl Emma de grens over ging, kregen wij plotseling bezoek van een andere dame, een stuk ouder dan Emma, laat ik haar Lucie noemen. Zij bleek ook een vriendin van Francois, en langzaamaan werd duidelijk dat zij de échte vriendin was, Emma bleek een stuk gebruiksvoorwerp dat men ook wel muilezel noemt denk ik. Ik kon niets doen, niets zeggen, niets vinden... ik weet niet of Matthieu hiervan op de hoogte was al. Die vond het allemaal wel best.
Ze bleven een paar dagen logeren nog, Matthieu vond dat ik beter mijn best moest doen om aardig te zijn tegen onze gasten, maar dat lukte me allemaal niet meer zo. Toen ze weggingen, was ik opgelucht, maar ik bleef me maar afvragen hoe het met Emma was.
Een tijd later (het was nog ver vóór internet) hoorden we van Francois dat Emma bij de grens was aangehouden, en inmiddels in een jeugdgevangenis zat. Mijn hart was al gebroken, maar dat brak nog eens dubbel. Wat een klootzakken.
Ruim 25 jaar later, ik stond met mijn werk op een kunstbeurs in het oosten des lands, Huntenkunst.
Ik had een goeie plek, veel aanloop en goed gezelschap van de kunstenaars om me heen, mijn partner was er. Op zeker moment kwam een wat duister stel bij mijn werk staan kijken. Het vreemde was: ik zag ze aan komen lopen, ze liepen rechtstreeks naar mijn toko. Ze keken wat rond, keken naar mij, keken om zich heen naar de mensen en toen ze zagen dat ik naar ze keek, kreeg ik een compliment over mijn werk, in het Duits.
Op dat moment had ik het eigenlijk niet eens door. Ik zag gewoon een wat duister stel dat naar mijn werk kwam kijken, en toen ze wegliepen, ben ik zelfs nog achter ze aangegaan, om ze een kaart met mijn gegevens te geven...
Pas minuten later daagde het me: dit waren Francois en Lucie... Ze zagen er precies hetzelfde uit, alleen iets ouder, maar door de donkere zonnebrillen was dat allemaal wat verscholen en vaag. Alleen dat ze Duits spraken, was vreemd. Hoewel: misschien had Emma ooit gepraat, en waren ze gevlucht? Of waren ze ergens later in hun criminele carrières gestoord geworden en geëmigreerd. Of ze deden alleen voor mij alsof ze Duits waren, het was tenslotte om de hoek bij Duitsland, die beurs.
Wat een vreemde toestand. Het leek alsof ze speciaal voor mij kwamen. Misschien aarzelden ze, over wie ik was. Maar wat moesten ze dan van me? Ze hebben nooit meer iets van zich laten horen, ik heb ze daarna ook nooit meer ergens gezien.
Het is een groot mysterie.
Naschrift:
De namen van de personen in dit stuk zijn gefingeerd. De originele namen van de twee mannen weet ik nog, maar de namen van de twee vrouwen ben ik vergeten. Het zou dus kunnen, dat ik per ongeluk hun dezelfde naam als hun originele naam heb gegeven: ik heb geen flauw idee. Ik zou willen zeggen: laat maar weten als dat zo is, maar ik denk dat dat nogal ingewikkeld gaat worden. Want: hoe weet ik wie jij bent, als je me mailt? Je ne sais pas. Donc, excusez-moi, je ne veux pas révéler de noms ou causer des ennuis aux gens. Mais je veux dire c'était vraiment con pour 'Emma'.
DateTime: 2024 jan 19, 10:30 CET
Auteur: Mulder
Tags:
criminaliteit
drugs
hond
katten
muilezel