Gedachten, ideëen, notities aan de hand van het boek 'Dromen duiden. Een nieuwe benadering.' van Marc Hebbrecht, Annelies van Hees, Minke de Jong en Rolien van Mechelen uit 2017.
Het boek vond ik een tijd geleden via een enthousiaste recensie De dromenman slaat weer toe. die ik tegenkwam tijdens het surfen. In een zoveelste poging de hoeveelheid headspace goed te benutten, ben ik er nu dan eindelijk aan begonnen. Dingen die ik graag wil onthouden, opmerkelijkheden, notities en hersenspinsels deel ik graag met de geïnteresseerde medemens, en het leek me wel praktisch om dat weer in de bekende opzet met de uitklapvakjes te doen, waarbij de nieuwste notities dus weer bovenaan komen. Er zullen wel wat spoilers in komen te staan, dus wie nog graag dit boek in diens ongereptheid wil lezen, kan dit dan vooralsnog beter overslaan. Of misschien wil je meelezen?
Reacties zijn ook altijd welkom! op hannahcelsius@pm.me of via Mastodon.
[klik op een kopje om het open / dicht te klappen; als je de pagina ververst, worden alle al geopende notities gesloten]
Pagina 22: Heeft de manifeste droominhoud betekenis?
Hierin wordt onder andere gedacht over of mythes misschien gevormd worden door de tertiaire revisie: iedere keer dat men een droom vertelt aan een ander, verandert de manifeste inhoud. Toch horen de verschillende toehoorders een aantal dingen hetzelfde, en die worden langzamerhand uitvergroot. Ik vraag me nu af, of dat dan ook niet geldt voor de symboliek, die veel mensen aan bepaalde droomonderdelen toeschrijven. Hordes droomboeken zijn er, waarin droomsymbolen worden uitgelegd en van een specifieke of juist wat vage betekenis worden voorzien. 'Een olifant betekent kracht en stabiliteit. Of gebrek daar aan.' etcetera. Het is de sterrenbeeldrubriek van de droom, zeg maar.
Mijn interpretatie van een olifant, met al mijn specifieke droomelementen, zal iets totaal anders betekenen dan wanneer bijvoorbeeld een circusartiest die met olifanten werkt, over olifanten droomt. Ik vind het te kortzichtig om dan die symbolen als iets universeels voor te stellen. En door het steeds te blijven herhalen overal, en veel mensen daarin zijn gaan geloven, wordt het vertrouwen daarin ook uitvergroot, en ontstaat er in feite een mythologie van de droomsymboliek. Een soort metamythe.
Pagina 20: Is de methode van de vrije associatie de juiste weg om de betekenis van de droom te ontrafelen?
"Dromen maakt een denken mogelijk dat niet begrensd is door taal. Het verwoorden en duiden van de droom brengt altijd een risico van verarming met zich mee. Door het vertalen van de droom in een secundaire procestaal, verliezen we altijd iets van de oorspronkelijke, precieze betekenis van de droom. We riskeren de boodschap die in de droom vervat zit te doden wanneer we de droom duiden."
De droom zou geen transformatie zijn van verbale gedachten, maar een alternatief voor verbaal denken, dat verschilt van bewust waakdenken en dat het psychisch functioneren toont wanneer het zich niet bekommert om communicatie. (Blechner)
Nog steeds heb ik moeite met lezen als ik weer het woord psyché tegenkom. Ik krijg de neiging om overal é achter te gaan zetten, heel kinderachtig.
"De droomé onderhoudt ook een nauwe relatié met een mysterié dat nooit doorgrond zal worden."
Kan me vandaag moeilijk concentreren. Maar ik ploeter voort:
"Tegenover de mening van Freud, dat het wezen van de droom een wensvervulling zou zijn, meent Jung dat de droom een spontaan zelfportret is van de actuele situatie van het onbewuste, in een symbolische uitdrukkingsvorm. Op dit vlak lijkt zijn visie op die van Fairbairn (1952), die de droom beschouwt als een dramatisering van situaties in de innerlijke realiteit en die figuren in dromen opvat als personificaties van aspecten van het zelf en van de interne objecten en de dynamische relaties ertussen. Jung ging echter verder dan Fairbairn: de droom is niet slechts een actuele representatie van een toestand in de innerlijke wereld, maar opent de mogelijkheid van een rechtzetting van deze toestand. Volgens Jung heeft de droom een finale betekenis, een bedoeling."
Ik kan het hele boek wel gaan zitten overtypen zeg, ik vind nu al alles heel erg interessant. Ieder stukje dat ik lees is als een bonbon, een zachtsmeltende chocolaag van woorden gevuld met een zoetprikkelende interessantheidspraliné (daar istie weer!). Tegelijk kun je met iedere mening hierover weer honderd verschillende kanten op, het is niet echt eenvoudige kost, dat dromen.
Bedoelde Jung met dat het een rechtzetting zou zijn, dat er iets gecorrigeerd wordt? Maar waarnaar dan? Wat is dan de maatstaf bij de correctie (als het dat al is). Als ik naar mijn eigen droomwereld kijk, heb ik wel soms dromen die ongeveer gelijk opgaan met de werkelijkheid, maar waarvan ik me dan altijd afvroeg, of de werkelijkheid de droom volgt, of andersom. Er was een acceptatieproces gaande, ik weet nog van één droom dat dat er heel duidelijk uit naar voren kwam, vooral ook omdat de droom steeds weer terugkeerde, en ik steeds een stapje verder ging in het accepteren van de toen moeilijke situatie. Maar zorgden de dromen voor acceptatie in de werkelijkheid, of volgde de droom gewoon simpel mijn innerlijke acceptatieproces? Was het een leidraad, of een verslag? Een soort kip-ei-situatie van de droomwereld.
Pagina 19.
In het boek staat nu nét dat ene schilderij niet... maar wel mooie reproducties van veel anderen, en interviews en beschouwingen. Maar laat ik niet bij dat schilderij blijven hangen, voort met het dromenduidenboek.
Een interessant stukje:
"In tegenstelling tot vroeger beluister ik het geheel van de analytische sessie meer als een droom en spits me minder toe op de dromen zelf. Niet het ontsluieren van de betekenis van de droom is belangrijk, wel het voortzetten van het droomproces. Het gaat dus vooral om doordenken, psychische transformatie en expansie van de bevattende capaciteit van de psyché."
Okeezeg, weer zoiets vreemds. Wat bedoelt hij hier met psyché? Als ik het opzoek is het een spiegel met een horizontale as, waarmee men zich van top tot teen kan bekijken. Het lijkt me dat hier gewoon het woord psyche bedoelt wordt? Waarom dan dit? In het psychoanalytisch woordenboek https://psychoanalytischwoordenboek.nl/lemmas/psyche/
staat het woord psyche verklaard, daarbij staat ook dat het in het Frans psyché is. Net zoals de auteur het over reverie heeft, zal dit dan gewoon Frans bedoeld zijn. Het komt wat koketterende over en het maakt het lezen er niet echt gemakkelijker op. Het lijkt ook wat op gate-keeping. Maar misschien praat hij altijd deftig Frans, en besteld hij altijd een café au lait en roept hij liever merde in plaats van shit.
Hij vervolgt:
"Ook is er meer aandacht voor de overdrachtelijke betekenis van de droom: welke impliciete boodschap is in de droom vervat en wat maakt deze duidelijk over de relatie met de therapeut? Ten slotte bevat de droom van de patiënt vaak een commentaar op de werkwijze van de analyticus en kunnen we via de droom een supervisieboodschap vernemen."
Hoofdstuk: Niet elke droom is betekenisvol en duidbaar.
Daar was ik inmiddels ook achter gekomen.
Eigenlijk zou ik graag hier het hele boek overtypen, want het is allemaal reuze interessant.
"Iedereen gebruikt dromen op zijn eigen manier: voor de één is het belangrijker de droom als ervaring te beleven, de ander zal nieuwsgierig worden en er iets in willen zoeken (pronounced experiental quality of meaningfulness: sommige dromen zetten aan om er iets achter te zoeken)."
Maar er zijn dus ook dromen zonder significante betekenis; sommigen vervullen zelfs een defensieve functie en versperren de toegang tot de ontdekking van enige betekenis. Dat gevoel had ik ook wel vaker, dat je het idee hebt dat er een achterliggend iets is, maar je kunt er gewoon niet bij.
Niet alle psychische gebeurtenissen tijdens de slaap zijn dromen (hallucinaties, repetitieve nachtmerries door PTSD bijv), en niet alle gebeurtenissen tijdens de slaap kunnen we dromen noemen. Wordt dat nog nader gespecificeerd, of blijven we nu allemaal met de prangende vraag zitten, of klaarkomen in de slaap een droom genoemd kan worden of niet. Ik denk het niet, want het is een fysieke reactie, en het ontstaat vanuit een onderdeel van een droom.
Even geen tijd tot lezen, maar het schilderij waar ik zo naarstig naar zocht, vond ik opeens wel toen ik toch even Google gebruikte.
Grappig toeval: het dook op in een ander stuk van dezelfde auteur Hebbrechts, Nachtmerries op canvas, in hetzelfde tijdschrift:; waarschijnlijk ook nog eens hetzelfde nummer, dat weet ik niet helemaal zeker, maar het maakt ook niet uit.
En hier is het dan, we moeten het doen met dit vrij kleine plaatje, dat is wel jammer, want bepaalde details kan ik er nu niet op vinden. Gisteren een catalogus van een vroegere tentoonstelling met Rauch's werk gereserveerd bij de bieb, misschien dat het daar in staat ook? Geen idee.
Neo Rauch - Konvoi, 2003
"De kunst van de laatste decennia laat zien dat kunstenaars dromen gebruiken om iets vreemds te presenteren. Meer en meer worden droombeelden uitdrukking van existentiële en vernietigingsangsten of dienen ze als verdediging tegen gevoelens van nietigheid en moeten ze het zelf stevigheid en substantie geven."
Hebbrechts bespreekt het schilderij Konvoi uit 2003 van Neo Rauch. Ik heb gezocht tot ik nog steeds geen ons weeg, maar kon het (tot op punt van schrijvens) het doek niet vinden (wie het weet, laat het mij ook weten!pls!).
De psychoanalyse is duidelijk niet mijn kennisgebied; er zijn veel verwijzingen naar dingen die ik niet ken. Over het schilderij schrijft hij bijvoorbeeld: "Zijn been vervloeit tot een visceuze verfmassa. Dit doet me denken aan balfa-elementen zoals door Ferro (2002) beschreven." (p 18).
Balfa-elementen? Wat zijn dat?
Zoeken op internet is een moeilijke bezigheid geworden dezer dagen. Hoe komt dat? Soms lijkt het alsof we allemaal in een eenheidsworst dienen te passen, zo ook onze zoekresultaten.
In eerste instantie kwam ik uit op chemisch of neurologisch gebied, dat leek me stug. In de literatuurlijst achterin het boek zocht ik het desbetreffende boek op, en ben ik daar op gaan zoeken: dat leverde me een uittreksel op, maar daarmee kwam ik ook niet verder. Gelukkig werd daar wel de volledige voornaam vermeld van Ferro, Antonino, zodat het zoeken me niet alleen resultaten met betrekking tot ijzer opleverde... Zo vond ik dan een stuk, Droomverhalen in het tweepersoonveld, grappig genoeg weer van Hebbrechts zelf, over de theorieën van Ferro voor wat betreft het gebruik van dromen in psychoanalyse. In eerste instantie las ik daar iets over 'alfa-elementen' waardoor ik even in de veronderstelling was, dat het een typefout was. Maar toen ik toch verder bleef lezen, vooral ook omdat het zo interessant is allemaal, bleek het toch te kloppen.
Ondertussen vraag ik me af: had ik dan toch beter psychoanalyticus moeten worden? Ik ben ooit begonnen aan ene thuisstudie psychologie, waarschijnlijk was het een proefles - ik heb het nooit afgemaakt. Zoals zoveel... (nog meer voer voor de psychoanalyticus, en voor de dromer, hier zijn wel wat dromen mee te vullen!).
Ik zal jullie het hele verdere ontrafelproces besparen, maar uiteindelijk kwam ik op dat het gedeeltelijk verteerde primaire sensaties of emoties zijn, die nog geen bijdrage leveren aan de vorming van de doordringbare grens tussen het bewuste en onbewuste. De samenstelling van die grens hangt af van de aanvoer van alfa-elementen, die zijn getransformeerd vanuit de beta-elementen. Het lijkt me dat 'balfa' dus een samentrekking is van bèta en alfa.
Enige verheldering misschien uit het stuk:
"In zijn boek Seeds of illness, seeds of recovery (2002) presenteert Ferro ons een nieuw model van het psychische apparaat op basis van het werk van Bion uit de jaren zestig.
In een eerste locus (we zouden het evengoed een stadium kunnen noemen) vormt zich het beeld en bevindt zich de alfa-functie. Hier worden protosensaties en proto-emoties (de bèta-elementen), die als het ware de basiselementen vormen van de emotionele ervaring, getransformeerd in pictogrammen (de alfa-elementen van Bion, de bouwstenen van dromen en herinneringen). Om dit aanschouwelijk te maken, gebruikt Ferro cinematografische metaforen: ‹Alfa-elementen zijn de shots die de cameraman maakt tijdens het filmen.›"
En:
"Ferro introduceert het nieuwe concept ‹balfa-elementen›. Dit zijn gedeeltelijk verteerde bèta-elementen die nog geen bijdrage leveren aan de vorming van de contactbarrière(5) en niet voldoende verwerkt zijn om aanleiding te geven tot waak-droomgedachten. Deze oprispingen van droommateriaal wijzen op het feit dat de psyche als het ware herkauwt en slecht verteert. Dit zien we vooral bij patiënten met wanen en hallucinaties. In een voetnoot wordt verwezen naar andere concepten van Ferro(6)."
"5. De ‹contactbarrière› is een term die verwijst naar de demarcatie tussen bewuste en onbewuste. De contactbarrière fungeert als een soort van permeabel membraan waarvan de samenstelling afhangt van de aanvoer van alfa-elementen."
En dit:
"(...) dient de analyticus de sessie te beluisteren als een droom, dus als een verhaal dat tot stand is gekomen door de assemblage van alfa-sequenties. In de analyse wordt een affectief klimaat gecreëerd dat de capaciteit om beelden te scheppen, activeert. Ferro zal de poëtische momenten in de sessie niet doden door ze te vertalen, maar hij ontvangt ze in de eigen rêverie zodat er een expansie van betekenis kan optreden."
Ik vind dit hele stuk interessant, hoe Ferro het filmen als metafoor gebruikt, ook verderop. Het doet me denken aan mijn nieuwe werk, waar ik nog erg mee worstel want hoe/wat/ etc, maar ik zie ook het interessante ervan nu: de 'shots' (de foto's) in de strips en de relatie die ik zou kunnen leggen met de droombeelden die ik schriftelijk al vastleg.
Moet ik mezelf zowel als analyticus als analysant beschouwen? Nog zo'n vraag... wat mot je ermee? Ik denk niet dat ik dit boek snel uit zal hebben (dat hoeft ook niet).
Waarin wordt aangegeven dat er meerdere manieren zijn om dromen te duiden, waarvan de psychoanalytische methode er één is. Dit boek is geschreven vanuit die psychoanalytische benadering.
Freud wordt aangehaald:"De duiding van de droom is de koninklijke toegangsweg tot de kennis van de onbewuste activiteiten van de geest."
De geschiedenis die aan het boek vooraf ging wordt belicht; er was een dromengroep (ook binnen kader van de psychoanalyse), die volgens een vaste werkwijze dromen besprak. Iemand (de droombrenger) vertelt een droom, de anderen komen daarna met hun invallen, als die opgedroogd zijn kan de droombrenger daarop reflecteren. Het schijnt dat deze methode therapeuten vaak op het spoor brengt van nog onderbelichte thema's in de analyse, waarmee zowel therapeut als patiënt geholpen zijn. Een paar mensen zijn met een eigen groep verder gegaan, en hebben de associërende werkwijze overgenomen. De droom en de tekst van de bespreking werden naar Hebbrechts gemaild, die daarop zijn invallen geeft.
Daarna volgt een beknopte beschrijving van de inhoud van het boek, die me doet verlangen om verder te lezen.
DateTime: 2025 feb 6, 11:30 CET
LatestEdit: 2025 mrt 19, 16:13 CET
Auteur: Mulder
Tags:
droom / dromen
droomduiding
mythe/s
onderbewustzijn
psychoanalyse
psychologie
symbool
Namenregister:
Annelies van Hees
Antonino Ferro
Marc Hebbrecht
Minke de Jong
Neo Rauch
Rolien van Mechelen
Categorieën:
De Droom Files (overzicht)