Ik leef on hold
in de wachtrij
tussen de regels door
verlies ik mijzelf
dagelijks.
Een eindeloze pauze,
en ik staar naar mijn boterham.
Door de draaideur
vervolg ik ene weg
die nooit naar weg
maar terug naar binnen
en ik ontvang mijzelf
in stilte.
Een eindeloze stilte,
en ik staar naar mijn schoenen.
Langs de ringweg
word ik meegesleurd
in het hypnotiserende voorbijgaan van al die autoharten
ze zijn onderweg van A naar B
en het asfalt zingt
alleen voor mij
eindeloze ruis.