In zachtgroen flonkeren liep ik in gedachten verzonken en bij een parkeerplaats zag ik even een wittige gedaante, alsof er een persoon in rookvorm stond te zijn, vlak naast een auto en in het meest miniscule ogenblik dat mijn ogen zich automatisch sloten en weer openden, was de rookvorm een vogel geworden. Een wat dikkige ekster hipste weg van de auto, en vloog op.
Zo gaat dat dus, dacht ik, en terwijl mijn voeten zich steeds weer voor de ander plaatsten, en ik als vanzelf richting mijn toekomst liep, vroeg ik me af wat ik zojuist gezien had.
Misschien kunt u het zich nog herinneren, dat ik schreef over de zwarte gedaante die mij leek te volgen in de bosjes van het Noorderpark, een duistere schim die ik daarna vaak naast me verwachtte, of onder mijn bed vreesde. Sommige lezers meenden dat ik beduiveld was of verdoemd, en dat er iets verdreven diende te worden; met oud & nieuw liepen zij met hun rommelpotten langs mijn huis, en terwijl ze buiten overlegden over waar ik mij zou bevinden in die enorme oppervlakte van de toch echt vrij kleine driekamerwoning, dronk ik wijn en vroeg me af, waarom deze zwarte gedaante automatisch als een bedreiging gezien werd, ook door mij.
Dit was duidelijk een racistische gedachtengang; de zwarte schim zou toch ook juist een bescherming kunnen zijn, een entiteit die alleen maar goeds in de zin had?
Nu vraag ik mij dus af, wat die witte rookschim dan was.
Een engel - geloof ik nu ook al in engelen? Nee toch? En waarom is die dan wel opeens van goede zin, Celsie? Daar klopt helegaar niets van! Als er al engelen zijn, zullen er ook zwarte zijn, en als er al duivels zijn, zijn ze allemaal wit, als we even de wereldgeschiedenis als leidraad nemen.
Hoe weet ik wat te geloven? Ik heb geen idee. Wie weet wat er allemaal naast ons bestaat, met ons meeloopt zonder dat we het weten, ons begluurt, betast, besnuffeld? En al die UFO meldingen, UFO sightings ook van piloten, vreemde objecten die zomaar -floepsie!- wegspringen in tijd, terwijl onze aardse technologie dat niet kan. Waarom zouden deze schimmen dan niet bestaan?
Gisteren vroeg iemand mij, wat ik doe als ik een lang stuk moet lopen. Fluit ik? Heel soms, even, en ik vond het een grappige vraag, maar wist zo snel geen antwoord.
Op de terugweg had ik ruim de tijd om daarover na te denken, en dus is dat het eerste antwoord: ik denk na als ik lang loop. En ik mijmer, over van alles en nog wat. Ik ben dol op mijmeren.
En soms kijk ik naar insecten; zo stond ik vandaag opeens oog in oog met 4 zweefvliegen, die pal voor mijn hoofd hingen, als ieniemienie zonbelichte drones, die net zoals die UFO's opeens -floeps!- wegschieten uit je gezichtsveld.
De technologie is al wel op aarde, alleen niet onder onze menselijke controle. Dan is het ook niet zo'n grote stap meer, om te bedenken dat zwarte dan wel witte schimmen zouden kunnen bestaan.
Ik liep dus te mijmeren, en dacht aan mijn 'derde oor': dat ik steeds dingen hoor die niet voor mijn oren bedoeld zijn, en dat ik ze dan toch hoor. Niet omdat ik sta te luisteren, het gebeurt gewoon terwijl ik mijn dingen doe. En nu denk ik: heb ik dan ook een 'derde oog'? Dat ik dingen zie die niet voor mijn ogen bedoeld zijn, maar dat ik ze toch zie. Of dat die 'dingen' zich heel af en toe laten zien, om mij onbekende redenen, dat is ook een mogelijkheid. Maar zou dat dan ook weer betekenen, dat de dingen die ik hoor, zich met een reden laten horen? Dat de slechte fluisteraars eigenlijk gewoon schreeuwlelijken zijn.
Het zou allemaal zomaar kunnen.
Of zomaar niet.
Metadata
terug naar boven
DatumTijd: 2025 jul 16, 13:07 CET
© 1963-2150 hannah celsius