over        index        theorie        webshop

De Droom Files (overzicht)

Droom theorie

Allerlei gedachtengangen aangaande dromen in het algemeen, ofwel mijn eigen dromen.

Om het wat makkelijker te maken om te volgen, zet ik nieuw toegevoegde items bovenaan de lijst in roze.

[klik op een kopje om het open / dicht te klappen; als je de pagina ververst, worden alle al geopende theorieën gesloten]

In een droombeschrijving noemde ik het al: sinds kort ervaar ik het vreemde fenomeen van de droom-navertelling... in mijn eigen dromen.

Soms baal ik ervan, als ik weet dat ik net iets gedroomd heb, ik voel dan nog allerlei gevoelens, maar weet niet meer wat er nou precies gaande was. Ik zou zóooooo graag *alles* willen opschrijven! Dus bedacht mijn droom-zelf een semi-oplossing: kort nadat ik iets gedroomd heb, en dan waarschijnlijk in een nieuwe droom ben (dat weet ik nog niet zeker: misschien is het het einde nog van de droom zelf?), dan gaat mijn droom-zelf de droom navertellen. Aan mezelf. Denk ik.

Jaaaa ja, ik weet het, het is allemaal vaag, maar het is nu al een aantal keer gebeurd, en het is toch werkelijk erg vreemd.
De vraag is nu: weet ik dan daarna de droom nog wel? Volgens mij wel, maar daar ben ik ook nog niet zo zeker van.
Een ander probleem doet zich namelijk voor:
Als ik wakker word, in het holst der nacht, heb ik dan wel zín om het licht aan te doen, mijn bril op te zetten, pen en papier te pakken van het nachtkastje, rechtop te gaan zitten en alles op te schrijven?
Je verwacht het misschien niet, van iemand die dolgraag alles opschrijft, maar 's nachts ben ik toch een beetje iemand anders, blijkbaar. Dan ben ik een slaapkop, een luiaard, iemand die zich liever nog eens omdraait en wegkijkt van alles en niet nadenkt en verdwijnt in de heerlijke diepte van de slaap.
Kut he.

Ik voel me nu een soort Jekyll & Hyde van de droomnotatie: overdag de gretige droomstrebert, 's nachts de chagrijnige laat-me-met-rust opa. Hoe gaat dit ooit goed komen?

In veel dromen ben ik in een ruimte, een kamer, een huis, dat ik vaag ergens van denk te kennen, als ik naderhand wakker ben. Zo droomde ik eens over een huis waar ik boven was, op de overloop, die langgerekt een kamertje in leek te gaan; het kwam me bekend voor, maar bij ontwaken wist ik niet welk huis het dan was. Totdat ik een keer, in wakende toestand, op de bank zat, en een vreemde maar eye-openendededede ervaring had.

Ik zat dus op de bank, die boven stond in het huis waar ik woonde, de deur naar de overloop was geopend. Ik zat te tekenen, was geconcentreerd bezig. Eén van de katten maakte een raar geluid, waardoor ik onbewust mijn hoofd richting de overloop bewoog, heel even, zonder er bij na te denken dus. En toen, in een flits, zag ik opeens hoe de overloop eruit zag, als ik er niet over nadacht. Een soort semi-onderbewuste blik, dus, waarvan ik mij opeens met een schok bewust werd. En toen herkende ik overloop uit de droom.

Bijzonder, zo'n bewustzijnsglitch. Waardoor ik opeens besefte, dat het perspectief in je dromen hetzelfde is als het perspectief met de onbewuste blik, en dat het perspectief met de béwuste blik enigszins anders is. Ik denk, maar weet het niet zeker, dat de béwuste blik allerlei 'oordelen' met zich meebrengt - in dit geval misschien oordelen als 'daar is de trap, daar de leuning, daar moet ik mij aan vasthouden', en 'de kamerdeur links staat nog open', of 'er hangt een wasrekje met lakens, kijk uit als je de trap afloopt met spullen in je handen', zoiets; daardoor zou de open blik op het werkelijke perspectief wat kunnen verschuiven.
Mijn hypothese is dus, dat die oordelen apart zijn van het onbewuste blik, en dat er in dromen een grotere scheiding tussen die twee wordt aangebracht: aan de ene kant dus de onbewuste blik - de 'werkelijkheid' zou je kunnen zeggen, hoewel dat heel arbitrair is, en afhangt wat je onder werkelijkheid verstaat, daar kun je verschillende definities op loslaten, want de werkelijkheid is óók die, waarin je juist ook je 'oordelen' aanbrengt. Aan de andere kant die 'oordelen'. En ik denk dus dat die onbewuste blik zorgt voor de wat unheimliche sferen, de vaag herkenbare kamers, huizen, steden, alles waar je je in begeven hebt.

Ik zou nog een stap verder kunnen gaan, en denken dat die onbewuste blikken van alle plekken waar we zijn geweest, ook een vergelijking oproept, en dat er in onze dromen dan deze werkelijkheden worden vermengd tot plaatsen, die we lijken te kennen, maar die tegelijkertijd ook vaag zijn.
Beide is mogelijk, misschien wisselt het per persoon, of per droom, of ?

Over die vergelijking had ik ook een interessante ervaring: ik heb af en toe tijdens een wandeling, dat ik iets denk te herkennen uit een andere stad. En ik weet nog dat ik eens op de President Kennedylaan liep in Amsterdam, en opeens besefte, dat onze breinen continu vergelijkingen maken, waarschijnlijk om herkenbaarheid, zekerheden, veiligheid te waarborgen.
Misschien is het alleen een autistending, of is het bij autisten meer prominent aanwezig? Ik ben me er sindsdien meer bewust van; ook in sociale contexten valt het me soms op, dat ik dingen herken van andere sociale interacties. Dat kan handig zijn natuurlijk, maar het werpt ook een onbehagelijke muur van herkenning van pesterigheden en dergelijke op. Handig om te weten, welke mensen zich zo gedragen, maar als je te vaak met dit soort shit te maken hebt gehad, en je merkt weer iets op, dan is het contact verder gedoemd tot mislukking. Je blijft niet bij mensen die naar doen, als het mogelijk is om weg te gaan (er zijn situaties waarin iemand niet weg kan...).
In mijn geval is het daardoor onmogelijk om nog ergens met andere mensen te kunnen werken. De kleinste details vallen me op, en dan weet ik al: hier is het niet pluis. Einde oefening. Het gaat dan niet meer, ik kan dan niet meer op een fijne manier mijn werk doen. Ik word zenuwachtig, krijg paniekaanvallen, wil er gewoon niet meer zijn. Terwijl ik het er verder vaak best leuk vindt, het werk leuk vindt etc. Maar het lukt dan niet meer. Wat werk betreft, zou ik dus alleen nog ergens kunnen werken als ik in een apart kamertje werk, en verder niets met het verdere gekonkel meekrijg. Maar dat bestaat eigenlijk niet. Thuiswerken dan, dat zou nog gaan, als ik dan ook maar niet tot zoommeetings gedwongen wordt: ik kan het niet meer. De manieren waarop veel mensen met anderen omgaan, ben ik overgevoelig voor geworden. Onhandig, maar ja, wat doe je eraan?
Mijn autisme-therapeute van paar jaar terug zei dan: Je moet weer goede ervaringen gaan krijgen, dan leer je vanzelf dat dingen ook goed kunnen gaan. Waarop ik: Dat klinkt leuk in theorie, maar dan ga je ervan uit dat de komende ervaringen goed gaan zijn. Als die ook weer niet goed zijn, wordt het ten eerste een martelgang, ten tweede werkt het dan niet. Ik weet niet of ik weer goede ervaringen ga op doen, zeker niet qua werk - ik heb het geprobeerd. Daar wist ze niet veel anders op te zeggen, dan dat het inderdaad zou kunnen, maar als je het niet probeert, etc etc. Terwijl: ik had het geprobeerd weer... hoe vaak is iets 'proberen', terwijl het iedere keer op hetzelfde gezeik uitloopt?

Wat mij opvalt, is dat ik dit vaker van autisten hoor: dat ze iedere keer dezelfde soort ervaringen hebben, qua werk, en dat het altijd weer op gezeik uitloopt. Het lijkt me, maar dat weet ik niet zeker, dat het ditzelfde mechanisme is: heb je het één keer gezien, dan kun je het niet meer 'ont-zien'. Met onze detailkennis, opmerkingsvermogen, en onuitschakelbare vergelijkingsbrein vallen ons zoveel dingen op, en zien we het steeds eerder, dat er iets niet klopt. Zie dan maar eens rustig verder te werken... dat gaat niet.
Leg je dan 'de schuld' bij ons: autisten zijn zo detailgericht. Of ligt 'de schuld' bij al die mensen op werkvloeren, die zich nergens iets aan gelegen laten liggen, de roddelaars, de pestkoppen, de ellebogenwerkers, de misogynen, de racisten, de meelopers, etc. etc. Is het niet 'gewoon' de werkcultuur, waar iets mis mee is? Dat lijkt mij een logischer verklaring.
Maar ik dwaal af.

De laatste tijd vergeet ik al mijn dromen.
Waarschijnlijk door alle verhuisperikelen; zodra ik wakker word, denk ik meteen aan de dingen die ik ga doen die dag, en vervagen de dromen meteen tot een vage vlek tot uiteindelijk een zonsverduisterd geheel ergens achter in mijn brein.

Kort geleden nog maar, in mijn vorige huis, droomde ik af en toe vreemde dingen, die te maken hadden met de treiteraars rond mijn huis. Heel soms heb ik die hier opgeschreven, een aantal ook niet omdat ik de indruk kreeg, dat zij ook zelfs om mijn dromen boos werden. Misschien dachten zij, dat ik die verzon en expres hier opschreef om hun te sarren of zoiets. Maar dat was niet zo. Ik vertel hier alleen de dromen die ik echt gedroomd heb, wat zou het fokking nut anders zijn?

Ik kan het zelfs zo stellen: juist omdat zij rond mijn huis bleven spoken met hun belachelijke intimidatie-gedrag, bleven zij ook in mijn dromen rondspoken. Het lijkt me een geheel logisch iets, vooral ook als ze net terwijl ik lag te slapen langsliepen met gedoe of gepraat.

Ik kan me niet herinneren dat ik sinds ik in mijn nieuwe huis woon, over hen gedroomd heb. Uit het oor, uit het droomhart, zou je kunnen zeggen? Ik weet het niet. Nu ik dit schrijf, zou het me niets verbazen als ik dan opeens vannacht weer wél over hen droom. Laten we maar hopen van niet, of dat ik die ook vergeet.

Iedereen haat nachtmerries.
Ze zijn er in allerlei soorten en maten, en kunnen zowel psychische als lichamelijke oorzaken hebben, maar ook externe oorzaken zijn gebruikelijk. Slaapapneu bijvoorbeeld kan van een rustige droom opeens een nachtmerrie maken, waarin je bijvoorbeeld droomt dat je vast komt te zitten en geen adem meer kunt halen, dat soort shite. Maar ook een plotselinge donderslag tijdens je slaap kan je innerlijke verhalenstroom compleet op hol doen slaan. Psychische oorzaken zijn er velen: allerlei traumatische gebeurtenissen kunnen nachtmerries veroorzaken, maar ook kleinere dingetjes waar je je zorgen over maakt, of zenuwachtig voor bent, kunnen je nare dromen brengen.

De probeertip:
In 2020 werden ze bij mij veel erger, misschien door allerlei onvermoede angsten die door de coronacrisis werden aangeboord, geen idee. Vaak speelden de nachtmerries zich af in duistere kamers en ruimten, waardoor ik op zeker moment bedacht, dat het misschien aan mijn duistere slaapkamer zou kunnen liggen. Dus sliep ik vanaf dat moment met de gordijnen open (er hangt nog wel een soort inbetweenerig geval tegen al te felle lampen), en verdomd: het hielp! Ik heb veel minder nachtmerries, hoewel natuurlijk nog steeds wel de traumatriggernachtmerries zo af en toe, maar het verschil is echt substantieel.
Wie weet kan het jou ook helpen?

Over dromen van anderen vind ik het lastig praten of schrijven.
Er staat me vaag iets van bij, dat er een stam is, of was, waar oudere mensen andere stamgenoten hielpen bij het verwerken van droominformatie. Dus een jongeman vertelde zijn droom, een oudere man of vrouw dacht daar dan even over na, en gaf dan één of andere vorm van duiding.
Dit waren altijd wel mensen die elkaar kenden. En dat lijkt me essentieel bij het geven van droomuitleg.

Soms vragen mensen weleens wat ik, of anderen, van hun droom denken, maar ik waag me daar niet snel aan. Zeker niet als ik de persoon in kwestie niet goed ken, of alleen van social media met af en toe wat interactie in getypte zinnen; ik zou iemand mee moeten maken, in lijf en leden. Van een lichaam, ogen, houding, uitstraling komt veel informatie. Die persoon zou ook inzicht moeten hebben gegeven in allerlei gedachten, situaties, emoties en waarschijnlijk nog heel veel meer, voordat ik maar een tipje van een sluier zou kunnen meekrijgen van diens leefwereld. Dus daarom ga ik ervan uit, dat ik er nooit veel over kan zeggen.
Toch kun je soms wel wat meer algemene informatie daarover delen, of 'ter plekke' er een idee bij krijgen, en dat delen met de persoon kan soms helpen iets duidelijker te krijgen. Misschien ten overvloede: deel dit soort ideëen nooit ongevraagd. Dromen zijn heel persoonlijk, en een vreemde die jou innerlijk komt interpreteren kan mogelijk als heel vervelend worden ervaren.
Het doet me denken aan de veelvuldig voorkomende neiging om anderen op afstand en zonder enige verdere kennis van die persoon te diagnosticeren. Hoeveel politici er bijvoorbeeld de afgelopen jaren als autist zijn benoemd - ik heb het niet bijgehouden, maar het irriteert me danig. Dat je het niet eens bent met iemand, of die misschien zelfs wel een sukkel vindt, allá, maar wie denk je dat jij bent, om zonder enige verdere kennis van een persoon die te kunnen diagnosticeren?

Voorzichtigheid zou altijd het uitgangspunt moeten zijn bij deze dingen. En bij heel veel meer dingen. En inzicht in hoe behept je bent met vooroordelen, hoe je die inzet bij personen waar je al iets tegen hebt, of juist niet. Wil je iets rooskleuriger laten zijn, of heb je een rotdag, en gun je anderen niet veel, en pas je daarop ook je oordeel aan? Er zijn heel veel mechanismen waar we ons niet altijd bewust van zijn, en die werken vooral ook erg door in beoordelingen en interpretaties.
Een vragende vorm hanteren zou dan ook het beste zijn - zowel naar jezelf als naar de dromer.

terug naar boven

DateTime: 2024 feb 6, 13:01 CET
LatestEdit: 2024 jun 26, 16:14 CET
Auteur: Mulder

Tags:
 dromen 
 perspectief 
 psychologie 

© 2023-2150 hannah celsius