Toen Arie een jaar of 2 was, zocht ik naar mogelijkheden in de buurt waar hij kon spelen met andere kinderen. Er was niet veel. Een speeltuin gerund door vrijwilligers was er wel, maar die was alleen open op dagdelen dat kinderen vrij van school hadden, en dan was het er veel te druk met grotere kinderen.
Dichtbij de flat was een openbaar speelgelegenheidje, met een zandbak, die af en toe wel werd opgeruimd en opnieuw gevuld. Met mooi weer nam ik hem daar eens mee naar toe, en terwijl ik de zandbak scande op mogelijke gevaarlijke- of viezigheden, kwam er een andere vrij jonge moeder aangeslenterd met haar zoontje. We groetten elkaar, en gingen samen op een bankje zitten, terwijl de kleintjes in het zand speelden.
Meltem was van Turkse afkomst, en in het Nederlands kon ze zich aardig redden en dus probeerden we een soort van conversatie te hebben. Ik ben zelf niet zo heel goed in het kletsen, maar ik kan me daar meestal ook wel aardig in redden. We spraken over waar we woonden; ze woonde in dezelfde flat. We hadden het over de kinderen, hun leeftijden, de speeltuin.
Het weer roerde zich, het begon te miezeren, en dus moesten we opbreken.
Een week of twee later zaten we er weer. Na wat ditjes en datjes, zei ze dat ze me wel vaker had zien lopen, en ze vond het leuk dat we elkaar nu spraken, want ze vroeg zich af, of ik een man had. Deze plottwist had ik niet aan zien komen. Ik dacht: hoezo, wie kan dat iets schelen of ik een man heb?
Natuurlijk antwoordde ik eerlijk, want waarom niet? Volgens mij is en ook toen al was er niets mis als je niet getrouwd, of alleenstaande moeder was. Helaas dacht Meltem daar fors anders over. Ze hield er niet meer over op, hoe slinks ik ook probeerde zijwegen in te slaan, die naar wat neutraler onderwerpen zouden leiden.
Toen ze opperde, dat ze nog een alleenstaande neef had, die in de buurt woonde, en dat die wel een goede man voor me kon zijn, brak ik. De zon scheen, en ik was heel aardig gebleven, maar met die volkomen misplaatste opmerking kon ik echt niets. Ik zei haar, nogmaals, dat ik geen man wilde, niet haar neef, niet wie dan ook, niemand. En dat ik het er niet meer over wilde hebben.
Het zal u, lezer, niets verbazen, dat een week of wat later er op de vroege avond bij mij werd aangebeld, en een wat nerveuze jongeman, Turks uiterlijk, in een wat onwennig pak en met een verlept bosje tulpen in de hand, iets onbegrijpelijks begon te stamelen. De neef. Zo vriendelijk mogelijk probeerde ik hem uit te leggen, dat ik dit niet wilde, en dat ik dat toch echt heel duidelijk had aangegeven. Ik vond het rot voor hem, waarschijnlijk werd hij ook maar gestuurd door zijn familie. Ik kreeg de indruk dat hij het niet helemaal begreep, maar ik vond dat niet mijn zaak. Ik groette hem vriendelijk en sloot de deur, terwijl hij vertwijfeld afdroop.
Ik was toen 23. Maar vaak werd ik voor veel jonger aangezien. De keer dat ik met mijn zoontje aan het wandelen was, en een man tegen hem zei:
“Zo, ben je fijn met je zusje aan het wandelen?”
Jaren later nog, bijvoorbeeld toen mijn kind naar de middelbare school moest en ik daarvoor één of ander formulier moest invullen; je moest dat bij de desbetreffende instantie gaan ophalen, en toen ik bij het loket om dat specifieke formulier vroeg, keek de man van dienst me aan alsof ik gek was.
“Welk formulier zei u?”
Ik herhaalde het formulier nummer.
“Wie heeft u gezegd dat u dat formulier nodig heeft? Waarom wilt u dat formulier?”
Ik:”Nou, mijn zoon moet naar de middelbare school, en daarvoor heb ik dat formulier toch nodig?”
Die man:”…”
Ik:”Klopt er iets niet?”
De man:”Ehm…. Hoe oud is uw kind?”
Alsof ik een kleuter naar de middelbare school zou sturen.
De man geloofde zijn oren niet, hij vroeg er zelfs een collega bij, ik bood aan mij te legitimeren, maar uiteindelijk kreeg ik het formulier dan toch mee. Vrij bizar.
De Turkse jongeman leek mij een jaar of zeventien. Was Meltem daarom zo vastbesloten ons te koppelen, omdat ze dacht dat ik een tienermoeder was? Ik heb geen idee. Ik heb het haar ook nooit kunnen vragen, want daarna wilde ze niet meer met me praten. Naar de zandbak ging ze nu met andere Turkse vrouwen, ik zei gedag, maar dan zei ze niets, en praatte ze in het Turks met de andere vrouwen, die dan naar me keken alsof ik een vreselijk naar persoon was, en praatten met elkaar, maar niet met mij.
terug naar boven