Klimaatverlaat.
Bewaar!
Alle bovengemiddelde fnuikencasters, de drempelwaarden van uw aller verhemeltegoed is zodanig verhoogd, dat geen ontstekingsremmer meer zal helpen. Uw virale antiterritoriale mededogen heeft al té lang onze grenzen bedwongen, de staten misschien lacherlijk verenigd in een triple handdruk met uw mede-fascistoïde onderkruipselen - ik vergeet dat niet licht.
Ik lig op de bank. Het raam staat wijdopen, ondanks windkracht zuidwest 7, of beter gezegd: dankzij. De sponningen zijn verdwenen in de kolkende stroom die ooit mijn straat moet zijn geweest. Hoewel dat niet zeker is: de buurhuizen zijn ook weg. Of is mijn huis losgeslagen en heeft het zich autonoom verwijderd van de rest van de samenleving?
Behalve stromend gekolk en striemende regen op wat gelukkig nog over is van het dak, en in de verte iets dat lijkt op een misthoorn, hoor ik niets.
Ik stel me voor, hoe over drie weken, als alles weer is stilgevallen en opgedroogd, ingecalculeerd en onderzocht in 33 verschillende rapporten verdeeld over 22 diensten en 1 niet-verantwoordelijke minister, dat een fotograaf mijn bottenzak laat wegslepen en dan een appetijtelijke dramaplaat maakt van dit alles, hier (waar dit dan ook wezen mag): de aftandse bank, waar een stuk beschimmeld tapijt over de onsmakelijke lijkplekken is gedrapeerd. Wat dode planten, of misschien hebben die mij wel overleefd, met al dat vocht hier.
En verder: schots en scheve planken, stukgevallen serviesgoed, een kop koude thee met een dik vel, een natte asbak met wat uitééngevallen stoempen.
Er tikt iets - of iemand - tegen de achterdeur.
Is het een tak, een dooie, of iets dat er tegen aan is gedreven door het stuwende water? De deur gaat open. Ik roep hard, om al het watergeweld te overstemmen:
"Wie is daar?"
Een grote schaduw verschijnt, door de gang, dichterbij door het halletje, ruik ik nu vis? Gebakken vis? Nee, stookolie...
- Gezang vangt aan -
Zandzaktherapie mocht niet meer baten, en de torenhoge uitkijkposten op uw begroting doen ook geen wonderen meer. U bent te laat.
Schromelijk te laat.