PLAATS: Donderdag, 8u35, kantoortuin beg. grond.
PERSONAGES: hoofdpersoon (HP), groep collega's (GC's), collega Vera.
HP: Komt kantoortuin binnen, groet in het algemeen.
GC's: Gemompel, 1 vrouw zegt vriendelijk gedag.
Vera: Goedemorgen.
HP: Goedemorgen!
Vera: Hoe was het gisteren?
HP: (enigszins verbaasd) O eh.... ja leuk!
HP vertelt in een paar zinnen over de rondleiding in het archief en de gezellige afsluitborrel.
GC's: ...
HP: ... en loopt vertwijfeld naar haar werkplek.
Vera, met moeite: ... Hee.... wat fijn.
HP: ... ja!
Het geluid van typende handen, wat gegniffel, en ergens op de achtergrond, boven in het gebouw, rinkelt een telefoon. HP verdwijnt in haar beeldscherm.
PLAATS: Donderdag, 17:25, station en trein.
PERSONAGES: HP, Teun, medepassagiersfiguranten.
HP: Komt rustig het station binnen, gaat naar het perron en ziet net haar trein wegrijden. Ze gaat weer terug naar de hal, kijkt naar de borden met vertrektijden een storing wordt vermeld, en rent de trap af naar een perron.
Zodra HP op het perron is, wordt er omgeroepen dat de trein vanaf een ander perron vertrekt. Iedereen en HP rent de trap en door de hal, en weer een trap af.
Zodra HP op het perron is, rijdt daar net een trein weg. Op de borden staat nu niets meer. HP sleept zich vermoeid naar boven en staat in de hal. Besluit dan op goed geluk naar een ander perron te gaan, waar over een tijd een trein zou moeten komen.
HP wacht op het perron, staart in de verte. Als de trein dan eindelijk komt, en HP naar de trein kijkt, ziet ze een bekend gezicht in de dichtstbijzijnde coupé, Teun.
Ze groeten elkaar verwonderd, en soort van blij, blijken elkaar al jaren niet gezien te hebben. Ze praten over wat ze doen tegenwoordig, Teun vertelt over zijn zoon, hij is net op weg naar hem om samen te schaken, die een bekende acteur blijkt te zijn geworden. HP vertelt het één en ander over haar zoon, die in de muziekwereld werkzaam is. Het is een korte treinrit, en op het stationsplein nemen ze afscheid.
PLAATS: Een maandagmiddag, tijdens de lunch, buiten in het gebied rond het Knorporix gebouw.
PERSONAGES: HP, figuranten in auto's, een vrouw, een aantal honden.
Het is droog, HP gaat lunchwandelen, alleen, zoals altijd.
Aan het einde van een lang en rustig fietspad door een soort natuurgebiedje en langs sportvelden, is een drukke autoweg. Er loopt een herdershond midden over de weg, hij komt net van een druk kruispunt, waar hij zomaar oversteekt.
HP schrikt, en roept de hond, die wel even naar haar kijkt, maar evengoed blijft doorlopen. Automobilisten toeteren, iemand wijst met zijn vinger op zijn voorhoofd naar HP. Eén auto stopt, een vrouw stapt haastig uit, en zegt dat ze de hond al eerder zag, en ze heeft een idee om de hond te lokken, want zo zegt ze: ze heeft zelf honden. Inderdaad: achterin de auto zitten twee grote Sint-Bernhardts. Haar roepen en lokken haalt niets uit.
Ze stapt weer in en de auto rijdt langzaam verder, achter de hond aan? Die inmiddels al een stuk verder is gerend. HP rent een stuk mee en roept nogmaals maar ook nu, de hond kijkt alleen even om, maar rent weer door. Hij verdwijnt in de verte, richting een ander druk kruispunt, waar HP nog net kan zien dat hij ook dat overleeft, gelukkig.
PLAATS: Dezelfde maandagmiddag, na de lunch, kantoortuin.
PERSONAGES: HP, GC's, collega Marianne.
In de kantoortuin is het rustig, iedereen is aan het werk. HP komt binnen, er zitten blaadjes in haar doorgewaaide haar, en ze vertelt over wat er zojuist gebeurde.
De GC's werken door, sommigen draaien even hun hoofd naar HP, om dan weer door te werken.
Niemand reageert.
Marianne neemt dan de moeite, om toch even iets te zeggen: Goh, joh.
HP verdwijnt in haar beeldscherm.
PLAATS: Maandagochtend, 09:30, kantoortuin.
PERSONAGES: GC's, HP, Mark de Manager, collega Marja.
In de kantoortuin is het rustig, er wordt wat gefluisterd en zacht gelachen, en Mark de Manager komt binnen vanuit het trappenhuis.
HP's werkplek is helemaal achterin de kantoortuin, in een hoek, maar wel gewoon zichtbaar. Mark de Manager gaat bij alle bureau's langs, maakt praatjes, vertelt over zijn vakantie, vraagt hier en daar hoe het gaat.
HP vraagt aan Marja wie hij is.
Marja: O hadden jullie elkaar nog niet ontmoet? Onee, natuurlijk niet, je kwam hier werken toen hij nog niet van vakantie terug was.
Haar telefoon gaat, ze belt. Mark de Manager komt steeds dichterbij, en op een gegeven moment staat hij bij het bureau van Marja, die ophangt, en ze hebben een gesprekje.
HP wordt niet voorgesteld, en Mark de Manager doet alsof hij haar niet ziet. En dan loopt hij verder naar een andere collega, en na daar een praatje mee te hebben gehad, loopt hij weg.
Een paar van de GC's fluisteren met elkaar:
"Dat is toch ook lullig, dat hij niets tegen haar zegt."
HP is zichtbaar niet op haar gemak, en verdwijnt weer in haar beeldscherm.
PLAATS: Vrijdagmiddag, uur of drie, buiten achter het pand van Knorporix, gezien vanuit een raam.
PERSONAGES: Onbekende man, HP.
HP pauzeert even, schenkt een bekertje water voor zichzelf in en loopt naar een raam bij een werkruimte waar niemand is. Ze kijkt wat naar buiten.
Buiten, achter het gebouw, is een brede sloot, met daarachter een strook gras, wat bomen en bosjes. Op het gras, een beetje verstopt voor mensen die op de weg of stoep lopen, maar vol in het zicht van alle nabijgelegen kantoorpanden, legt een man een kleedje neer, en gaat bidden.
Weer binnen, HP loopt naar haar werkplek. Ze zegt niets. Niemand zegt iets.
PLAATS: Dinsdagochtend, 10:10, kantoortuin.
PERSONAGES: GC's, collega Marja, postbezorger, collega Hans, HP.
Iedereen werkt rustig, wat zacht gepraat. Een postbezorger met licht getinte huidskleur komt binnen met een stapeltje kleine pakketten, hij groet vriendelijk en brengt die naar facilitair medewerker Hans, die zijn bureau heeft naast het magazijn dat grenst aan de kantoortuin. Ze praten wat, de pakjes worden gechecked, en de bezorger vertrekt weer, terwijl hij vriendelijk groet, sommige mensen groeten terug, plus wat vaag gemompel.
De man is nog maar net de hoek om, en nog níet door de deur, als collega Marja (wat donkerder getinte huidskleur van vele uren zonnen) luid haar mening verkondigt:
"Vast een aardige jongen hoor, maar ik mot dat soort types niet."
De deur gaat dicht.
Hans vraagt haar, waarom ze dat zegt, zoiets zeg je toch niet, zoiets dénk je niet eens, maar Marja kan het allemaal niet schelen en het is haar mening.
HP zit als versteend naast haar, en verdwijnt weer langzaam in het beeldscherm.
PLAATS: Donderdag kort na de lunch, kantoortuin.
PERSONAGES: Collega Marja, GC's, HP.
HP is net binnen van haar lunchwandeling, als een paar collega's druk binnenkomen, Marja is lacherig en maakt puffende geluiden alsof ze ergens een probleem mee heeft.
HP vraagt wat er aan de hand is, en dan vertelt Marja op semi-samenzweerderige toon, dat de nieuwe receptioniste zich verslikt had in een stuk fruit, en geen adem meer kreeg, en Marja was meegegaan naar het ziekenhuis. Daar bleek het om een paniekaanval of hyperventilatieaanval te gaan, en Marja vertelde lacherig over hoe de arts een gezicht trok naar Marja, alsof de receptioniste een aanstelster was en Marja gaat hier graag in mee en geeft haar mening.
PLAATS: Dezelfde dag, rond 17:00, receptie.
PERSONAGES: Receptioniste, HP.
HP is op weg naar buiten, en vraagt aan de receptioniste of ze weer okee is. Die reageert als door een wesp gestoken, en zegt:
"Jezus, weet iedereen het?"
Waarvan HP op haar beurt schrikt, en zegt dat dat toch niet zo erg is, dat mensen het weten, en dat het belangrijkste is hoe het met haar gaat nu. De receptioniste lijkt iets gerustgesteld, en zegt dat het iets beter gaat, maar dat ze wel erg geschrokken was. HP geeft aan, dat ze dat zich goed voor kan stellen, en dat het heel akelig kan zijn zoiets. Dan groeten ze elkaar, en HP gaat door de draaideur naar buiten. De receptioniste blijft met een wat verstoorde blik achter.
PLAATS: Nog zo'n dag, als alle anderen, ergens in de ochtend, kantoortuin.
PERSONAGES: HP, Mark de Manager, GC's.
HP staat bij de multicopier, die in het midden van de kantoortuin is opgesteld. Dan stapt Mark de Manager de ruimte in, en meteen maakt HP gebruik van zijn lichte schrik die iedereen meent te bespeuren. Ze stelt zich netjes voor, met een subtiel 'We waren nog niet aan elkaar voorgesteld, geloof ik' en de hele tuin luistert mee en dat weet ze maar al te goed, en de Manager ook. Ze geeft aan dat er iets met de printer niet goed werkt, en hij zegt toe, daar iets aan te zullen laten doen.
PLAATS: Dinsdagochtend, 9:30, een oversized zitje in de ontmoetingsruimte.
PERSONAGES: HP en Mark de Manager.
Twee oversized, rood beklede stoelen staan dicht tegenover elkaar. Je kunt er nog net zitten, zonder de knieën van je opponent te raken, maar dat betekent in dit geval dat de Manager relaxed en ruim plaats heeft genomen, en HP krampachtig met de benen strak tegen elkaar en tegen de stoel zit.
De Manager steekt een betoogje af, over dat hij overlegd heeft met de HR medewerker, en dat ze bedacht hebben dat HP wel andere werkzaamheden kan gaan doen.
PLAATS: Een dag zoals alle anderen, 15:30, kantoor HR manager, waar HP nu moet werken.
PERSONAGES: HP.
Het is een vrij kleine kantoorruimte, er staan wat ordners in de vensterbank. HP is aan het werk achter een laptop, naast haar op het bureau liggen een aantal dossiermappen, één daarvan is open en er liggen diverse stapeltjes documenten naast. In beeld zien we wat HP afwisselend op het beeldscherm, of in de documenten leest. Het gaat om grote bedragen, 25, 50, één keer zelfs 250k, die als bonussen worden uitgekeerd aan degenen, die nieuwe klanten hebben binnengehaald. Er is ook een document over een personeelsuitje ergens in de bergen. Men had veel gedronken, er ontstond een conflict (helaas niet nader genoemd) en één van de medewerkers had daarna de deur ingetrapt van een hotelkamer.
In beeld ook een bericht via het intranet, waarin melding van een nieuw uitje, HP's gezicht spreekt boekdelen.
PLAATS: Een donderdag, 8:30, kantoortuin.
PERSONAGES: HP, collega Monique.
HP komt de ruimte binnen, er is nog niemand. Ze installeert zich, en gaat meteen aan de slag. Ze pakt een stapel documenten die ze moet digitaliseren, en loopt daarmee naar de multicopier, die zij moest gebruiken, namelijk die in de koffieruimte stond. Ze drukt wat knoppen in, maar er gebeurt niets. Dan blijkt dat er iets anders niet klopt. Ze test het e.e.a, het lijkt niet te werken. HP loopt terug naar de kantoortuin, en probeert het opnieuw bij de kantoortuinprinter. Maar welke naam heeft die? Ze ploetert voort. Twintig minuten later arriveert een andere collega, en dus vraagt HP wat er aan de hand is.
"Niets, hoezo?"
"Nou, het lijkt alsof er dingen veranderd zijn met de printers, en welke moet ik nu gebruiken, welke is degene die goed werkt voor wat ik moet doen?"
"O dat is deze."
"Okee, maar waarom heeft niemand dat tegen mij gezegd?"
"Dat zeg ik je nu toch?"
HP:... (met het gezicht van iemand die inwendig een diepe, diepe zucht slaakt).
PLAATS: Woensdagmiddag, 15:30, kantoortje HR.
PERSONAGES:HP, collega Monique.
HP is rustig aan het werk, alleen in het HR kantoortje. Ze neuriet wat.
Dan komt een stresserige Monique binnenvallen.
"Haiiii! Heb jij misschien die map 7C ergens gezien, van de orders? We kunnen 'm nergens vinden en we dachten dat..."
HP:"Nee, die heb ik niet gezien. Misschien weet iemand van boven het?"
Monique:"O nee, nou, dan zoeken we wel even verder."
PLAATS: Donderdagmiddag, 16:00, kantoortuin.
PERSONAGES: HP, GC's.
HP gaat vanuit de HR-office waar ze nu werkt, naar de kantoortuin, om weer een stapel documenten te scannen. Terwijl ze aan komt lopen, horen we de GC's proberen zachter te praten:
"Ja, ik snap het best, dat ze het niet begrijpt, het is ook complete chaos."
Zodra HP in zicht komt, kijken een paar GC's schuldbewust, houden hun monden en gaan weer allemaal terug aan het werk. Niemand zegt wat.
HP: "Is er iets?" maar het blijft stil.
Na wat rondkijken zegt een collega dat er niets is, en alles gaat prima.
PLAATS: Ene maandagochtend, het intranet.
PERSONAGES: Iedereen en niemand.
Een uurtje na binnenkomst verschijnt er een bericht van iemand van HR op het intranet. De vrijmibo van afgelopen vrijdag blijkt wat uit de hand te zijn gelopen. In de kantine staan veel legen drankflessen her en der, volle asbakken, gebroken glas, en.... er ligt een toegangspas bij, getuige de foto die in ieders face wordt geworpen. Of de eigenaar de pas even wil komen ophalen, en dan gelijk even wil komen uitleggen waarom er niet is opgeruimd.
Gelach, gebabbel en gefluister in alle hoeken en gaten.
PLAATS: Vrijdagmiddag, 12:40, kantoortuin.
PERSONAGES: HP, een collega van boven, we noemen hem even Maurice.
HP zit rustig te werken achter haar laptop, er is verder niemand want iedereen is al gaan lunchen.
Maurice komt vanaf de trap binnen, en loopt rechtstreeks naar een kast met ordermappen. HP zegt hem gedag, hij schrikt en zegt ook gedag. Dan pakt hij een ordermap uit de kast en gaat daarmee weer naar boven.
PLAATS: Maandagochtend, 11:00, de spreekkamer van een bedrijfsarts ergens in een woning in Dooddorp.
PERSONAGES: HP, de bedrijfsarts.
HP vertelt over haar problemen in het bedrijf, en dat ze van de stress en de nerveusiteit die daaruit voortkomen, lichamelijke klachten krijgt, die ze duidelijk beschrijft. De bedrijfsarts is erg begripvol, en geeft aan, dat dat heel logisch is, en dat het bij geen verandering mogelijk zelfs nog veel ernstigere lichamelijke gevolgen kan hebben. Hij stelt voor om met het bedrijf in gesprek te gaan, om te kijken of de laatste paar maanden van het contract kunnen worden gestopt, of dat HP die maanden ziek thuis kan blijven.
PLAATS: Een dinsdagochtend, HR kamer.
PERSONAGES: HP en collega Serpentina.
Na een paar weken ziek, en een bedrijfsarts die had toegezegd zijn best voor haar te gaan doen, wordt HP ontboden bij HR. Een collega die ook altijd in de kantoortuin zit, neemt het om onduidelijke redenen over van HR. Er wordt HP een brief toegeschoven, waarin staat dat ze haar werk niet meer kan doen, en waarin ook duidelijk staat dat de bedrijfsarts adviseert om het contract in ziekte af te laten lopen. HP moet het ondertekenen, en doet dat dus.
- scene overgang! -
PLAATS: Een paar dagen later, bij HP thuis.
PERSONAGES: HP
HP krijgt post van Knorporix. De brief blijkt een aangepaste versie te zijn van bovenstaande. Opeens staat er bij vermeldt, dat de bedrijfsarts ook nog een andere optie had aangegeven, en dat Knorporix besluit dat advies op te volgen, namelijk: HP dient gewoon weer op het werk te verschijnen, en als zij dat niet doet, wordt haar loon ingehouden.
PLAATS: In het huis van HP.
PERSONAGES: HP, stemmen van mensen aan telefoons.
HP verwikkeld in vele telefoongesprekken. Iedereen wast de handen in onschuld.
HP checkt haar bankrekeningen en komt tot de conclusie, dat ze het nog net 3 maanden zal kunnen uithouden, tot haar contract beëindigd is, zonder loon.
PLAATS: Dinsdag, 17:15, stationsperron.
PERSONAGES: HP, onbekende persoon.
HP wacht op de trein, moe en uitgeblust.
Ze kijkt om zich heen, de trein is verlaat en ze pakt haar telefoon om wat foto's te maken.
Dan ziet ze zichzelf staan.
Iemand met hetzelfde postuur, zelfde soort kleding, tas, haar... het is alsof ze in een spiegel kijkt, behalve dan dat de persoon in kwestie een kwartslag gedraaid staat, dat kan niet in een spiegel.
Even later komt de trein, ze stappen allebei in en verdwijnen.
De trein rijdt weg, het station is weer stil en leeg.
EINDE.
AFTITELING.
Deel dit item met je medemens:
DatumTijd: 2023 juli 10, 12:48 CET
LatestEdit: 2023 oct 30, 14:30 CET
Auteur: Mulder
Tags:
arbeid
arbeidsethos
corporate identity
documentaire
lunchwandelen
scenario
verraad
Categorieën:
Fotografie: Hannah Celsius
Organisatie: Knorporix
Personages: Teun
Verhalen: Knorporix