Nova Zembla, De IJskelder
Loodzwaar anker
mijn ijspik peilt de diepte
in gestolde golven
verdronken dromen
ook het reddingsteam verdween van de radar
de flessenpost werd nooit meer onderschept
Vanuit mijn duikbel
bubbel ik u op
onderdrukte driften gestoelde waanbeelden
verlang mij niet
in uw armen sterf ik maar
als een randgedachte
Liever niet
Achter het dikgroene glas
blijf ik verstoken ellendeling van sterrengas
dwaalverloren kostganger
zonder zuurstof
zonder daadkracht
geheel één met waar ik vandaan kwam
het kankergat
waar het altijd waait
en de druiloor zielloos langs de kade
wacht
op meer
beter
anders
maar wanneer