over        index        theorie      webshop

Vlinders.   english

Nadat ik uit het ziekenhuis was ontslagen, moest ik ergens daarvan kunnen bekomen, en gelukkig konden Matthieu en ik een tijdje bij de vriendin van een vriend van vrienden logeren. Ze heette Elena en alhoewel ze een stuk ouder was dan ik, hadden we meteen een klik. Ik vond haar zo aantrekkelijk; haar ogen waren van een bijzonder grijsgroen en leken op te lichten als ze me aankeek. Op een gegeven moment konden we allebei gewoon in onze eigen taal praten, en begrepen we elkaar.
De paar weken dat we bij haar verbleven, maakten we vaak uitstapjes naar bezienswaardigheden, samen met haar vriend Raffa.



Raffa had een ouderwetse, maar altijd netjes gepoetste witte Peugeot, waarin hij ons ook naar de bank in Oristano bracht. Ons geld was door de onverwachte ziekenhuisopname bijna op, en Matthieu had van mij geëist dat ik geld aan mijn ouders vroeg, zo geschiedde en dus was het wachten op wanneer er geld gestort zou worden.
Er was geen internet toen, ik was 17 en had geen flauw idee hoe dat soort dingen werkten. Bij de bank werden we ook niet veel wijzer. En tot overmaat van ramp, bleek dat het niet duidelijk was bij welke bank het geld geïnd kon worden, want er bleek nóg een bank te zijn: schuin tegenover de andere. Verwarring alom dus, en wij zagen ons dus genoodzaakt een paar keer per dag naar beide banken te gaan om informatie in te winnen.
Na een dag of 4 dit gedaan te hebben, kwamen we mismoedig uit bank nummer 2. Na het lange wachten in de luwte van het bankwezen, was het even wennen aan de zon en voor we het doorhadden wat er gebeurde, stapten een paar mannen op ons af, zwaaiden iets met een ID en dwongen ons in een paar auto’s te stappen. Aan de overkant zag ik nog in een flits het verontruste gezicht van Raffa: hij riep dat het allemaal goed zou komen, dat we rustig moesten blijven.

Het was een compleet onbegrijpelijk actie. Ik verstond wel íets Italiaans, maar spreken ging me niet heel goed af. Engels konden of wilden de rechercheurs niet spreken. Ik had geen flauw idee wat er aan de hand was.
In het politieburo zag ik Matthieu even kort, en die vertelde dat hij de stash snel had ingeslikt. Stash? Wat? Hij vertelde, dat hij papertrips had meegenomen om te verkopen, en dat hij die in de smerisauto snel had ingenomen, om te voorkomen dat hij gevangen genomen zou worden. Hij was een beetje bang voor wat er zou gebeuren, of hij erg ziek zou worden ervan.
Ik had geen tijd om te antwoorden, het was allemaal zo absurd, zelfs nadenken lukte mij niet.
We werden naar aparte kamers meegenomen, ik belandde in het kantoor van een aantal rechercheurs. Er werd iemand bijgehaald, die wél een paar woorden Engels sprak. Zodoende bleek dat ze ons verdachten van vreemde geldpraktijken, ze vroegen zich voornamelijk af wat wij toch steeds bij die twee banken deden.
Godsallemachtig. Met veel moeite probeerde ik het uit te leggen. Hoe ik in het ziekenhuis was beland, dat het geld op was, etcetera. Inmiddels was er een klein legertje aan rechercheurs, allemaal mannen, komen opdraven, die het allemaal erg vermakelijk vonden. Ik moest mijn broekspijpen omhoog doen, zodat ze mijn benen – die verbrand waren geweest – konden checken.
Er werd gelachen, er werden seksistische opmerkingen gemaakt, mijn tas werd ondersteboven leeggegooid (daar was ik inmiddels wel gewend aan), er werden grappen gemaakt over de tampons die eruit vielen. Ondertussen maalde het door mijn hoofd, hoe ik misschien wel in een Italiaanse gevangenis zou belanden. Hoewel ik nog steeds geen idee had waarom. Wat was er verdacht aan het bezoeken van twee banken? We droegen toch geen bivakmutsen.

Na de vertoning in het rechercheursdomein mocht ik weg. Matthieu ook, die nog steeds niet ziek was. We werden opgewacht door Raffa, die nogal geschrokken was, en zich ook verantwoordelijk voor ons welbevinden voelde, hoezeer wij hem ook verzekerden dat hij er niets aan kon doen. Hij vertelde ons over de gemene klootzakkerigheid van de carabinieri. En hoe ze het vaak op minderheden gemunt hadden, zoals Matthieu als zwarte man, en ik als vrouw. We hadden het zonder al teveel agressie overleefd, en de papertrips bleken slechts stukjes papier, want Matthieu was nog steeds niet ziek of anderszins psychisch aangedaan.
Een dag later was het geld er, gelukkig al meteen bij het eerste bezoek bij bank één.



Raffa had ons uitgenodigd om bij hem thuis te komen eten. Want: Elena was zijn buitenechtelijke vriendin, zijn vrouw en kinderen en schoonouders woonden een dorp verder. We kregen de instructie het niet over Elena te hebben.
Dat bleek niet al te moeilijk, want niemand behalve Raffa sprak Engels. Bij binnenkomst werd ik door de vrouwen des huizes naar een slaapkamer geloodst: ik zag er vermoeid uit en moest eerst maar even slapen. Verplicht slapen is niet echt mijn ding, dus ik lag daar naar het plafond te staren, en de truttige slaapkamer in mij op te nemen. Alles was er brandschoon en übernetjes. Maar truttig. En natuurlijk met ene gekruisigde Jezus boven het bed.

Na enige tijd werd ik geroepen, we konden aan tafel. Er waren wat kinderen, de moeder de vrouw, Raffa, die ik er opeens anders vond uitzien, de schoonouders. Er werd gelachen en gegeten, wat onhandig gepraat.
Tegenover me aan de muur hing een kalender, waarop een prachtige donkerblauwe vlinder met een speld was vastgeprikt; haar vleugels bewogen soms een beetje. Ik vond het zo verdrietig. Schoonpapa zag mij kijken, en begon een vurig verhaal, dat Raffa vertaalde, over vlinders verzamelen. Hij dirigeerde me naar een lade, waarin vele albums vol dode vlinders lagen. En een paar sigarenkistjes met gekleurde lijkjes, die moesten nog worden ingeplakt. Er werd mij bezweerd dat het onschuldig was, maar ik was niet te overtuigen. Ik deed alsof.



Avonden lang hadden we gezellig gepraat met Elena en Raffa; Raffa was geïnteresseerd om ook naar Nederland te gaan, om daar werk te zoeken. Elena vond het vreselijk. Matthieu deed erg zijn best om Nederland op te hemelen, ik daarentegen probeerde het wat te downplayen, want zo jofel is het hier natuurlijk niet, toen ook al niet. En ik vond het rot voor Elena.

Raffa wilde met ons meereizen, we zouden dan met zijn auto kunnen gaan. Dat was voor ons een prettiger reisvooruitzicht, maar toch hoopte ik steeds dat hij het af zou blazen. Elena voelde zich steeds akeliger, kreeg migraine en lag vaak uren op bed verdrietig te zijn. Ik klopte eens aan, om te checken hoe het met haar ging, ze leek die dag al uren verdwenen. Ze lag op bed, in al haar dramatische prachtigheid. Ze vroeg me bij haar te komen liggen. Zachtjes praatten we wat. Ze huilde een beetje, ik veegde haar tranen weg. En kuste haar, achteraf gezien heel erg onconsenterig. Ze liet het toe. Ik kuste haar nog eens. En nog een klein keertje. Toen zei ze dat ze dat niet wilde, en op het moment dat ik achteruit ging met mijn hoofd – ik lag halfwat over haar heen gebogen – viel Matthieu opeens de slaapkamer binnen. Ik voelde me betrapt, maar tegelijkertijd had ik niet het idee iets verkeerds te hebben gedaan. Hij had niet zomaar mogen binnenkomen, vanwege het verdriet van Elena.
Ik ging met Matthieu naar buiten. Hij deed een beetje jaloersig, en toen hij merkte dat dat weinig indruk maakte, ging hij me plagen met dat ik seks met haar zou willen. Waar ik zelf overigens helemaal niet aan gedacht had; ik wilde haar troosten.
Als Elena een man was geweest, had hij me doodgeslagen. Vreemd genoeg in dat hele Italië-reisverhaal heeft hij me met geen vinger aangeraakt. Hij was zelfs niet één keer boos op me. Heel bizar. Niet dat dat mijn angst voor hem verminderde. Ik wist dat het op een keer weer mis zou gaan. Waarom dan niet in Italië? Misschien heeft één van de Italiaanse vrienden hem gewaarschuwd. Misschien hadden ze beloofd hem op oud-maffiose wijze van een klif te gooien, zodra hij mij zou mishandelen?

(wordt vervolgd)

Verder lezen? Over deze reis schreef ik ook Topfun en Duizend zonnen.

terug naar boven

DateTime: 2023 juli 31, 14:59 CET
Auteur: Mulder

Tags:
 aanhouding 
 drugs 
 jaloezie 
 liefdesverdriet 
 reizen 
 vlinders 

© 2023 hannah celsius